Märta Mattsson’s sieraden onderzoeken verval en wedergeboorte en de spanning tussen aantrekkingskracht en walging. We hebben volgens haar allemaal een sterke drang om te fantaseren om aan het dagelijks leven te ontsnappen. En deze fantasieën vertaalt ze in versieringen en nodigt ons uit, ons te verwonderen over hun vreemde vertrouwdheid. Kevers in snoepkleurige hars, versierd met schelpen, cicaden die glinsteren van geplette halfedelstenen, als wezens die ooit de schappen van 18^e eeuwse rariteitenkabinetten sierden, veranderen in verbazingwekkende siervoorwerpen.

Märta werd in 1982 in Stockholm geboren en volgde een opleiding aan de Nääs-fabrieken in Zweden. Daarna studeerde ze aan de HDK – Academy of Design and Craft van de Universiteit van Göteborg en het Royal College of Art in Londen. Ze doceert nu aan het HDK in Göteborg. Ze werd benoemd tot Young Applied Artist 2016 door het Bengt Julins Fonds. Haar werk wordt is opgenomen in verschillende collecties, waaronder de Marzeecollectie, het Röhsska Museum in Göteborg, de RCA Collectie in het Victoria & Albert Museum in Londen, Schmuckmuseum Pforzheim in Duitsland en het Museum of Art and Design in New York.